(On)mogelijkheden om 'moeilijke' kinderen te begeleiden op een vakantiespeelpleinwerking

05 november 2019

Het masterplan 2018 ‘diversiteit in/en het jeugdwerk’ tekent een doorstart voor de thematiek ‘inclusie’ binnen het jeugdwerk. Na kritiek van de raad van Europa, moest de Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Media en Brussel Sven Gatz, aan de slag om de toegang te garanderen aan kinderen en jongeren ongeacht hun afkomst, sociaal-economische situatie en lichamelijke of psychische toestand. Het beoogd resultaat is dat jeugdwerk niet enkel ontspanning en ontwikkelingskansen biedt, maar ook als motor dient voor sociale integratie en verbinding in de samenleving. Voor speelpleinwerking betekent dit in de praktijk de laagdrempeligheid te waarborgen door vooral in te zetten op de praktische toegankelijkheid. In de realiteit blijken kinderen met gedragsproblemen echter een verminderde toegang te hebben tot de speelpleinwerking. Vanuit deze problematiek werd onderzocht welke instrumenten animatoren bezitten om toegankelijkheid van kinderen met probleemgedrag te waarborgen en hoe VDS animatoren hierin ondersteunt. Om een zo genuanceerd mogelijk beeld te hebben omtrent deze vraagstelling, werd gestart met een observatie, vervolgens werden focusgroepen met de animatoren georganiseerd en tot slot twee diepte-interviews met experten op vlak van inclusie en jeugdwerk afgenomen. Op basis van de empirische data komen drie conclusies naar voren: inclusie is onvoldoende gekaderd om in de praktijk uit te rollen, animatoren hebben geen nood aan instrumenten, maar eerder structuur en ondersteuning en inclusie moet een brede maatschappelijke thematiek zijn in plaats van een verantwoordelijkheid van het jeugdwerk.

Author

Laure Meneve

Promotor

Prof. dr. Guy Redig

Organisation

Departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media

Institution

Vrije Universiteit Brussel