Victimisatie door genderidentificatie: Over de ervaringen van trans- en non-binaire personen met seksueel grensoverschrijdend gedrag

06 juli 2023

In deze masterproef wordt nagegaan hoe trans- en non-binaire personen (TNB-personen) seksueel grensoverschrijdend gedrag (SGG), zowel hands-on als hands-off, ervaren tijdens de adolescentie. Dit onderzoek kwam tot stand in samenwerking met de organisatie Wel Jong. Door middel van semigestructureerde interviews werd bij vijf respondenten gepeild naar hun uniek perspectief en ervaringen. Elk interview werd opgenomen en achteraf op anonieme wijze getranscribeerd om de data-analyse te vergemakkelijken. Er werd enerzijds gepeild naar hoe TNB-personen SGG ervaren en anderzijds naar de drempels die hun weerhielden om de hulpverlening te contacteren. Bijkomend werd ook getracht te achterhalen welke noden zij ervaarden en wat zij precies verwachten van de hulpverlening, zodat o.a. Wel Jong hierop kan inspelen.  

Hoewel de resultaten louter exploratief zijn door de kleine steekproef, konden veel gelijkenissen worden getrokken met bestaande literatuur. Zo heeft elke vorm van SGG een impact op een persoon waarbij ieder individu dit anders ervaart, met andere gevoelens en copingmechanismen als gevolg. De respondenten hanteerden zowel emotioneel-gefocuste copingmechanismen (educatie, literatuur, praten) als probleem-gefocuste copingmechanismen (over-seksualisering, distantiëring, normalisering, minimalisering). Bijkomend bleek de kwetsbare positie waarin TNB-personen zich bevinden, omwille van hun genderidentiteit, een invloed te hebben op hoe zij het SGG ervaren door onder meer de aanwezigheid van machtsdynamieken.  

Bij het nagaan van de meldings- en aangiftebereidheid bij de respondenten bleek deze, zoals in andere onderzoeken, zeer laag. De meldingsbereidheid werd voornamelijk belemmerd door eerdere negatieve ervaringen, de onwetendheid van de hulpverlening of copingmechanismen die de erkenning verhinderen. Daartegen werd de aangiftebereidheid sterk beïnvloed door indirecte ervaringen van vrienden of familie met de politie. Verder zorgden ook een gevoel van straffeloosheid en de als transfobisch ervaren politiecultuur voor drempels.  

Tot slot kan geconcludeerd worden dat er meer verwacht wordt van de hulpverlening met als startpunt het verspreiden van meer kennis binnen de hulpverlening over TNB-personen. Bijkomend dienen ook hulpverleningsorganisaties kritisch te zijn ten opzichte van hun eigen beleid en werknemers, gezien ook deze context niet vrij is van SGG, wat problematisch is voor de meldingsbereidheid en mentale gezondheid van de respondenten. 


Author

Julie Van Hoorenbeeck

Promotor

Yana Jaspers

Organisation

Wel Jong

Institution

Vrije Universiteit Brussel