Wat de puber niet kent, gebruikt zij niet. Welke determinanten beïnvloeden de keuze van Vlaamse meisjes voor een voorbehoudsmiddel bij de start en het verdere verloop van hun seksuele leven?

25 augustus 2014

Alle seksuele opvoeding ten spijt, blijft het aantal soa’s in België stijgen, zeker bij jongeren. Daarnaast worden relatief weinig Vlaamse tieners zwanger, maar blijkt uit recente abortuscijfers dat een groot deel van deze zwangerschappen ongewenst waren. Het zit nochtans wel goed met het voorbehoedsmiddelengebruik van de Vlaamse tiener. Wel zijn uitgerekend die voorbehoedsmiddelen waar de kans op gebruikersfouten het grootst is, de favorieten, namelijk de pil en het condoom.

De masterscriptie van Geertrui De Backer tracht te achterhalen hoe het keuzeproces voor een voorbehoedsmiddel bij meisjes verloopt, zowel bij de start als gedurende het verdere verloop van hun seksuele leven. Ook wordt onderzocht of de ondervraagde meisjes hun voorbehoedsmiddelen consistent gebruiken. Tot slot gaat dit onderzoek na of er een discrepantie bestaat tussen het voorbehoedsmiddel dat de respondenten op het moment van interview gebruikten en hun ideale voorbehoedsmiddel.

Beleidsaanbevelingen door Geertrui De Backer zijn: meer ervaringsdeskundigen aan het woord laten in het onderwijs, meer aandacht besteden aan alle voorbehoedsmiddelen, meer aandacht geven aan kansengroepen en holebi’s, ouders begeleiden naar een open communicatie, de informerende rol van artsen benadrukken, voorbehoedsmiddelen beter laten terugbetalen, ook naar studenten toe campagnes voeren, en meer wetenschappelijk onderzoek doen naar (de keuze van) voorbehoedsmiddelen. 

Author

Geertrui De Backer

Promotor

Prof. dr. Edwin Wouters

Organisation

Sensoa

Institution

Universiteit Antwerpen