Wat is het perspectief van lokale besturen op een intergemeentelijke samenwerking cultuur?

13 oktober 2025

eze masterproef handelt over het perspectief van lokale besturen om in een intergemeentelijke

samenwerking (IGS) cultuur te stappen. Dit onderzoek gebeurt in navolging van de opstart van

negentien intergemeentelijke samenwerkingsverbanden cultuur en de landschapstekening van

OP/TIL over het bovenlokale cultuurnetwerk waarin het perspectief van de lokale besturen is

onderbelicht. Hiernaast is er nog maar weinig onderzoek gedaan naar de kosten en baten van een

intergemeentelijke samenwerking in België. De doelstelling van deze masterproef is om het

perspectief van ambtenaren en schepenen van cultuur over een deelname aan een IGS cultuur in

kaart te brengen. Dit onderzoek maakt een onderscheid tussen ambtenaren en schepenen van

cultuur, omdat beide actoren invloed en andere drijfveren hebben, namelijk gemeentelijk en politiek

belang, op het al dan niet kiezen voor een intergemeentelijke samenwerking.

Het conceptueel kader legt de concepten intergemeentelijke samenwerking en fusie uit op

basis van de motieven, de gewenste effecten en de uitdagingen die in de literatuur naar voren

komen. Fusies komen hierbij ook aan bod om zo een volledig beeld te verkrijgen over het

perspectief van de lokale besturen. Voor de onderzoeksmethode maakt het onderzoek gebruik van

een casestudy toepast op IGS Cultuur Noordrand. Er worden diepte-interviews afgenomen bij zes

van de dertien deelnemende lokale besturen waarbij telkens een ambtenaar en schepen van

cultuur werden geïnterviewd. Na de interviews worden de resultaten van de respondenten

besproken en een vergelijking gemaakt tussen de schepenen en de ambtenaren, de grootte van

de lokale besturen en met de theorie.

Om het perspectief van de respondenten volledig in kaart te kunnen brengen, werden er

subcategorieën (gewenste effecten, uitdagingen en motieven) gebruikt. Hierbij gaat de categorie

motieven na welke motieven speelden bij de opstart van de IGS. De categorieën gewenste effecten

en uitdagingen gaan dieper in op hoe de lokale besturen de intergemeentelijke samenwerking nu

ervaren. Tot slot kwamen volgende resultaten naar boven bij de respondenten. Ten eerste was de

uitbreiding van de capaciteit volgens de respondenten het belangrijkste motief om toen deel te

nemen aan een IGS cultuur. Hiernaast is het gewenste effect voor een IGS dat ze elk hun kennis

en deskundigheid kunnen delen onder elkaar. De uitdagingen zijn verdeeld in twee groepen:

algemene uitdagingen en uitdagingen gericht op de werking van de IGS. De doelgroep

anderstaligen betrekken, budgetten en de interne werking van de IGS zijn volgens de respondenten

de grootste uitdagingen.

Author

Femke Poels

Promotor

prof. dr. Ben Derudder

Organisation

Steunpunt voor bovenlokale Cultuur, OP/TIL

Institution

KU Leuven