Noden en behoeften inzake seksualiteit en relaties bij moslimjongens van 15 tot 18 jaar: Praktijk- en beleidsaanbevelingen inzake relationele en seksuele vorming

23 september 2019

Culturele superdiversiteit binnen onze samenleving is geen nieuw fenomeen en de huidige schoolpopulatie wordt gekenmerkt door leerlingen van verschillende culturele-etnische achtergronden met verschillende waarden, normen, gedrags- en sociale omgangsregels. De focus in dit onderzoek ligt op de relationele en seksuele vorming op school omdat uit zowel praktijk- als literatuuronderzoek blijkt dat allochtone jongeren informatie rond seksualiteit en relaties buiten hun gezin zoeken, wat de prominente positie van de school enorm sterk maakt. Het doel van dit onderzoek is om het huidige relationele en seksuele voorlichtingsaanbod toegankelijk te maken voor iedere leerling in de klas, ongeacht culturele-etnische achtergrond. Hiervoor werd volgende onderzoeksvraag opgesteld: “Wat zijn de noden en behoeften inzake seksualiteit en relaties bij moslimjongens van vijftien tot achttien jaar?”. Dit kwalitatief onderzoek bestond uit tien semigestructureerde interviews. Uit de resultaten bleek dat moslimjongens seksualiteit en relaties sterk koppelen aan hun religie en dat zij vragen hebben over cultuurspecifieke thema’s die niet worden beantwoord door de school. Tevens worden deze vraagstukken thuis niet beantwoord omwille van wederzijdse schaamtegevoelens tussen ouder en kind inzake seksualiteit. Verder kunnen jongeren informatie verschaffen via internet en leeftijdsgenoten. De mate waarin leeftijdsgenoten een kwalitatieve informatiebron vormen is onduidelijk omwille van de lacherigheid waarmee deze gepresenteerd wordt. Verder bleek de aanwezigheid van genderspecifieke rolpatronen bij de man en de vrouw en was er onduidelijkheid in hoeverre de dubbele seksuele moraal een courant feit is binnen de moslimgemeenschap. De overgrote meerderheid had zelf geen ervaring met seksuele grensoverschrijding, doch hoorden zij wel via vrienden zulke situaties inzake daderschap. Op basis van de resultaten wordt aanbevolen om relationele- en seksuele vorming zodanig in te richten dat deze tegemoet komt aan een dynamische driehoeksverhouding tussen leerling, ouder en de school waarbij wederzijdse interactie en afstemming beoogd wordt.

Author

Julie Maes

Promotor

Prof. dr. Wendelien Vantieghem

Organisation

Sensoa, Vlaams Expertisecentrum Seksuele Gezondheid

Institution

Vrije Universiteit Brussel